ABC

Amsterdamsche Bridgeclub

 

Home Over ABC Agenda Archief Forum Links Mail

 

DE SCHADUW VAN van LEEUWEN                     Jaap Veerkamp

Soms, als de tijden rustig zijn en uitnodigen tot nadenken over het verleden, komen er spellen naar boven. Spellen die ik speelde met vroegere maten. De ene keer leidt dat tot het schrijven van verhalen, de andere keren ben ik kennelijk nog niet toe aan dat stadium van verwerking en blijft het spel opnieuw een tijdje leven in mijn korte-termijn-geheugen. Dan zit ik dus weer een paar avonden te kaarten, terwijl de geest van maat over mijn schouder meekijkt en de gedachte 'zo-deed-hij-dat' zich keer op keer opdringt.

Vroeger, toen ik nog niet beter wist, noemde ik het een kwestie van vorm. Soms lukte alles, en andere keren kwam er geen goede kaart uit je handen. De theoretische basis was altijd hetzelfde, meende je, maar de ene keer ging je beter om met die theorie dan de andere. Dit soort redeneringen zette je op om te verklaren dat toernooien in de regel werden verspeeld met sterk wisselende resultaten.

Want dat gebeurde. En in een zorgvuldig weggesloten compartiment van mijn geheugen zitten ze nog: de mislukte drives, de rampen van de ééndags­paren, en de viertallentoernooien waar we zelfs de Zwitser niet konden vermoorden.

Natuurlijk, voorin mijn hoofd zitten de gewonnen evenementen, daarachter zitten de leuke gebeurtenissen, en daar weer achter de spectaculaire copy: inclusief de pijn van het moment zelf, tegen de fantastische verhalen achteraf. Nog veel verder daarachter, voorbij de grijze zône, op een donker nivo waar niemand doordringt, daar liggen ze: de verloren dagen, de uren van frustratie, de momenten waarin niets bereikt werd en we ook alleen met kwaaie koppen tegenover elkaar zaten. Bep Bieshaar weet er van mee te praten. Hoe vaak zag ik hem niet, mopperend op Ies, hoe hij bezwoer nooit meer te spelen met die man. En een week later, na een geslaagde Katzander Konijnendrive, kwam hij tevreden melden zich weer voor zes toernooien gecontracteerd te hebben.

De oplossing? Succes. Eén geslaagd toernooi dekt als een deken de voorgaande tien rampen af. En wat gaat er die elfde keer dan anders? Die elfde keer luister je wat beter naar de Schaduw van van Leeuwen. En áls de tegenstander dan toevallig op de verkeerde bil zit, dan scoor je per strekkende meter. Want de Schaduw geeft geen zekerheid. Alleen betere kansen.

O/niem

 

 

Noord
V976
H5
VB54
V85
 
West
B10
VB108642
102
93
  Oost
AH32
9
H97
B10742
  Zuid
854
A73
A863
AH6
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

O Z W N
1 1SA pas 2
pas 2 pas 3SA

Het bieden van zuid verdient geen schoonheidsprijs. Noord treft geen blaam: met zo'n hand tegenover een 16-18 sans en dan niet naar de manche gaan is een voorzichtigheid die maten op den duur niet waarderen.

De start was V, rondgedoken. Op het hartenvervolg ging rechts een schoppen weg. Dit completeerde de verdeling aanzienlijk. Niettemin waren er niet meer dan zeven slagen, (Hoezo: gesteld dat de ruiten­snit goed zit, natuurlijk zit die goed.) met als dreigend onaangenaam punt, dat de ruitens nu wel eens 1-4 konden zitten. Dus eerst maar V, voor heer en aas. Links valt geen secce tien of negen, dus ruiten door is gevaarlijk. En nu?

In de stilte die viel stond de Schaduw plotseling achter de stoel van maat. Hoofdschuddend gebaarde hij om onmiddellijk harten te spelen.

Harten? Mijn laatste stop in die zevenkaart van eh...

Hij keek me smalend aan. "Rechts zit kennelijk moeilijk. Als hij schoppenboer niet heeft, gaat er misschien nóg wel een schoppentje weg. En als er klaver weggaat, dan probeer je de ruitens en een ingooi voor V."

Dat van die ingooi zag ik niet. Dat andere wel. Dus werd A geïncasseerd en... rechts ging 3 weg. Twee keer een schopje uitzakken was kinderspel. De Schaduw trok een gezicht van 'natuurlijk heb ik gelijk'.

Er zou meer komen. Even later was ik zuid (O/OW) met:

B8754
H7
A42
V963

   

 

 

  

O Z W N
pas pas pas 1
1 1 pas 2
pas ?    

Na 2 van partner greep ik naar een paskaartje maar iemand hield mijn hand tegen. Opkijkend zag ik de Schaduw nee schudden met een blik van 'denk je nou nooit na?'.

Ik dacht na. Moest ik nog inviteren met 2SA? Maat had in de vierde hand geopend en zou nu met een ongebalanceerde vijftien precies hetzelfde bieden. Bovendien had ik voorgepast en met 2SA zou ik dus maar één enkel puntje liegen. Maat, Frans Schrover, demonstreerde op treffende wijze de 'u legt ze neer, ik stop ze d'r onder'-mentaliteit door zijn schouders op te halen en 3SA te bieden i.p.v. een theoretisch sterkere maar zwakker betalen­de ruitenvariant te zoeken.

O/OW

 

 

Noord
H
V6
HVB10765
A74
 
West
V1062
985
98
H1052
  Oost
A92
AB10432
3
B82
  Zuid
B8754
H7
A42
V963
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na een hartenstart was er een claim.

De Schaduw keek zelfingenomener dan ooit.

O/NZ

 

 

Noord
ABV97
HB6
1074
V4
 
West
84
A52
HB92
10763
  Oost
1052
V983
A65
A95
  Zuid
H63
1074
V83
HB82
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

O Z W N
pas pas pas 1
pas 1SA pas pas
pas      

Frans opende in de vierde hand en voor ik er erg in hand antwoordde ik 1SA. Met de meeste maten speel ik die forcing, alleen Frans had te kennen gegeven met die flauwekul niks op te hebben. Dus paste Frans. Rustig en consequent.

Terwijl de tegenpartij ruitenslagen incasseerde had ik tijd over mijn zonden na te denken. En daar was de Schaduw weer. 'Zal ik even meedenken?' vroeg hij poeslief. En zonder op antwoord te wachten: 'Zoals je ziet, zit de grote kudde in 2ª en dat zal in de regel gemaakt worden, tenzij de leider alles fout doet. Dus zie maar dat je een upje haalt in 1SA, want anders heb je toch een grafscore.'

Het zag er inmiddels zo uit:

 

 

 

Noord
ABV97
HB
-
-
 
West
84
A52
-
107
  Oost
1052
V98
-
5
  Zuid
H63
107
-
B8
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oost had klaver teruggespeeld voor mijn heer. Op tafel was een harten weggegaan en ik speelde harten naar de -inmiddels kale- HB.  Rechts had voorgepast en twee azen laten zien, dus dat derde aas zou daar toch niet eh...

Links dook A en zag hem niet meer terug: +120. De Schaduw griste de scorekaart uit het board en trok zich -tevreden grommend- terug.

 

Drie spellen later was de rust weer helemaal terug. Rechts opende 1, ik pas, links 2 en Frans 2. Rechts pas en ik keek naar mijn kaart:

1095
765
73
AVB92

   

 

 

 

Dit leek me een geval waarin ik één keer mocht bieden. Dus kwam ik met 3, waarop iedereen rondpaste. Frans paste tamelijk snel. "Je bent al meegeboden." zei hij, met de vermoeide toon van een opvoeder aan het eind van zijn werkdag. De Schaduw, die was aan komen hollen toen ik 3 bood, moest werkloos toezien hoe hij één down ging.

A85
H6
8
AVB10985

   

 

 

 

In de tweede hand begon ik met 1, links 1, en Frans 4. Nou knapte mijn hand toch behoorlijk op. Op zoek naar steun keek ik of de Schaduw zich liet zien. Dat deed-ie niet. Geen punt. Het zag er slemachtig uit, maar om H te beschermen zou het in mijn hand moeten zitten. Dus ging ik 6 bieden en als maat niet-begrijpend zou converteren naar 6, was er altijd nog de optie van 6SA.

Toch? 

Rechts bood 5.

Iedereen bood flink mee, dus Frans zou wel minder punten hebben dan ik hoopte. Aan de andere kant, de kans dat hij maar een singleton harten had, nam ook toe. Dus bood ik toch maar het oorspronkelijk geplande 6, met als plan te passen op een eventuele 6. Het bleef bij 6, want iedereen viel stil.

 

 

 

Noord
HB1097432
B7
H109
-
 
West
6
AV1093
VB3
6432
  Oost
V
8543
A76542
H7
  Zuid
A85
H6
8
AVB10985
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

"Ja," zou Frans later zeggen, "als jouw zevenkaarten langer zijn dan mijn achtkaarten, dan moet je het ook zelf maar spelen."

De Schaduw die nieuwsgierig naderbij gedribbeld was, kwam net op tijd om west te zien starten met een kleine klaver. Omdat oost H7 had, betekende dat een overslag.

"Sterke taxatie." mompelde hij. "Goeie uitnemer van 5. Niet dat 5 er in zit met een klaverstart, maar toch. En na een klein foutje is het zomaar gemaakt." D'r wordt trouwens wel meer 'ns iets gemaakt na een klein foutje. En tevreden zweefde hij weg.

Wie weet, zie ik hem nog eens.

 

Bijgewerkt: 24-07-2006 15:58:33